Wist u dat… Ecologisch onderzoek bestaat uit vijf stappen?
Stap 1: In een ecologische quickscan onderzoeken we of een locatie geschikt is als leefgebied, -omgeving of verblijfplaats voor beschermde fauna en/of flora.
Stap 2: Vervolgonderzoek is noodzakelijk wanneer naar aanleiding van stap 1 beschermde soorten of negatieve effecten voor deze soorten verwacht worden. Denk hierbij aan soorten zoals de vleermuis, gierzwaluw, huismus, kerk- en steenuil en roek. Plan dit onderzoek het liefst 1 tot 1,5 jaar voor de gewenste uitvoer.
Stap 3: Als er beschermde soorten zijn aangetroffen, dan past u de plannen aan zodat de soorten hun plek kunnen behouden of u vraagt een ontheffing aan. Stap 4 mag alleen plaatsvinden als een ontheffing is verkregen.
Stap 4: Verhuis soorten (tijdelijk) onder begeleiding van een ecologisch deskundige. Hierbij kan gedacht worden aan bijvoorbeeld het wegvangen en elders uitzetten van amfibieën. Ook kan huidig terrein, gebouw of groenelement ongeschikt gemaakt worden, zodat fauna er wel uit maar er niet meer in kan. Richt nieuw leefgebied of nieuwe (permanente) verblijfplaatsen in.
Stap 5: Voer de werkzaamheden uit met behulp van een ecologisch werkprotocol en/of onder ecologische begeleiding. In een ecologisch werkprotocol staat beschreven welke werkwijze gehanteerd moet worden om negatieve effecten op (beschermde) flora en fauna zoveel mogelijk te voorkomen. Ecologische begeleiding is vaak vereist bij het werken onder een ontheffing of bij het uitvoeren van werk d.m.v. een ecologisch werkprotocol. Ook kan het door bevoegd gezag verplicht zijn dat ecologen de uitvoering van het werk controleren. Wij nemen in samenwerking met u maatregelen om schade aan soorten zoveel mogelijk te voorkomen.
Wilt u meer informatie over een ecologische quickscan, ecologisch werkprotocol of ecologische begeleiding? Of één van deze onderzoeken aanvragen? Neem dan contact op met onze ecologen via ecologie@deslijpkruik.nl.